top of page

Schrijven heb ik altijd graag gedaan. Toen ik tien jaar was won ik de eerste prijs in een schrijfwedstrijd van onze plaatselijke kerk. Kleinschalig, maar ik was apetrots en ik herinner me nog goed hoe blij ik was met de mooie map luxe schrijfpapier met pennenset. Ik ging er direct een uitgebreide brief mee schrijven naar een klasgenootje dat onlangs verhuisd was.

Op mijn dertiende begon ik aan mijn eerste ‘boek’. Wel tweehonderd vellen gelinieerd schrijfpapier pende ik vol met de avonturen van een schoolklas. Spijtig genoeg heb ik die een paar jaar later vanuit de misplaatste gedachte ‘weg met die kinderachtige boel’ in de vuilnisbak gemikt, tezamen met een aantal dagboeken. Als ik ooit iets heb betreurd…

Op de middelbare school werden mijn opstellen vaak voorin de klas voorgelezen. Soms geneerde ik me daar een beetje voor, maar heimelijk was ik uiteraard ook trots.

Door de jaren heen schreef ik van alles. Gedichten in de puberteit (vooral over de liefde natuurlijk), korte verhaaltjes, stápels dagboeken, ook over mijn kinderen later, en decennialang had ik een heel stel vaste correspondentievrienden.

Ik deed vaak mee met slagzinwedstrijden en won daarmee heel wat prijzen, variërend van een televisie, een wandmeubelsysyeem van Ikea en een Giant-fiets tot een paar skeelers, een jaarabonnement op een tijdschrift of een friteuse.

Heel vaak kreeg ik van anderen te horen: ‘Jij schrijft zo goed, daar moet je iets mee gaan doen!’

Toch duurde het nog tot ruim na mijn vijftigste tot ik besloot er echt veel energie in te steken. Mijn werk bij Vluchtelingenwerk in het plaatselijke AZC gaf ik op, en ik volgde een aantal schrijfcursussen in columns en korte verhalen. Enorm leerzaam en inspirerend!

Ik deed mee aan enkele schrijfwedstrijden, en soms werd een verhaal uitgekozen om in een bundel te plaatsen. De laatste schrijfwedstrijd waaraan ik deelnam was die van uitgeverij Kok voor een boekje met als titel Vreemde verwantschap. Tot mijn grote vreugde werd mijn bijdrage uitgekozen als een van de achttien winnende verhalen. Maar nog mooier was, dat er een speeddate met de uitgever aan vastzat tijdens de Lees-en-Luisterbeurs, die uiteindelijk resulteerde in de uitgave van mijn eerste boekje Dag Mama, en mijn eerste thriller Lege handen. Daarna had ik de smaak goed te pakken, en schreef ik de thriller De logee, en de spannende roman Blindelings. Al die tijd had ik ook een ander boekidee in mijn hoofd zitten: een kinderverhaal over het wel en wee van een meisje in een AZC. Dat mocht ik vorig jaar gaan schrijven en zo ontstond het boek Een stip aan het einde van de wereld, over Lucine, een meisje uit een Armeens vluchtelingengezin. Op het moment dat ik dit schrijf moet het boek nog verschijnen en ben ik heel benieuwd hoe het ontvangen wordt.

Mijn hoofd zit alweer vol met nieuwe ideeën. Levensverhalen van ouderen optekenen lijkt me bijvoorbeeld prachtig. Of een nieuw kinderboek. Of misschien toch weer een roman…

Maar vandaag even niet. De tuinstoel staat te wenken in de septemberzon. Ik denk dat ik mijn e-reader pak en gewoon zelf ga lezen. Ook heerlijk!

bottom of page